בס"ד
Parashat Ree De Toralezing van deze week begint met G-d die zegeningen en vervloekingen geeft. Maar hoe kunnen we zeggen dat Hij vloek geeft als Hij de bron is van alle zegeningen?
Parashat Re'eh - Zegen en vloek
De Torah portie van deze week is Re'eh. Re'eh betekent: kijk. De Torah begint met te zeggen: Kijk, ik geef jullie vandaag een zegen en een vloek. Dan gaat het verder: als je je goed gedraagt, ontvang je de zegen. Als je je niet goed gedraagt, ontvang je de vloek. Enzovoort.
Maar de waarheid is: dit klinkt een beetje vreemd. Wat betekent het dat G-d vervloekingen geeft? G-d is de bron van alle zegeningen. Hoe kan Hij dan over Zichzelf zeggen dat Hij de wereld vervloekingen geeft? Je zou zelfs kunnen vragen: waarom hebt U mij geschapen? Schep mij niet en geef mij geen vervloekingen.
De eenvoudigste verklaring is deze: het hangt eigenlijk van jou af. Zoals we al zeiden, als je je goed gedraagt, ontvang je de zegen. Als je je niet goed gedraagt, ontvang je de vloek. Dit betekent beloning en straf. En dat is een van de fundamentele principes in het Jodendom: beloning en straf op basis van iemands gedrag.
Een diepere uitleg
Maar er zit meer achter. Een van de Torah-commentatoren gaf een zeer diepe interpretatie. Hij schreef: Kijk, als je je goed gedraagt, ontvang je G-ds zegen. Maar als je je niet goed gedraagt, gebeurt er iets automatischs. G-d houdt als het ware de zegen in; Hij houdt het in Zichzelf. En automatisch, wat overblijft is de vloek.
Met andere woorden: niet in volledige verbinding met G-d zijn - dat zelf is de vloek. G-d geeft je leven. G-d geeft je keuzes. En als je de verkeerde keuze maakt, ontvang je automatisch een vloek. Maar niet omdat G-d je actief een vloek stuurt. Dit is eerder wat er gebeurt als je van Hem losgekoppeld bent - van de bron van leven, de bron van zegen.
Maar deze uitleg klopt niet echt met de taal van de Tora. Want G-d zegt duidelijk: Ik geef jullie vandaag een zegen en een vloek.
Een nog diepere uitleg
Er is nog een andere, diepere interpretatie. Deze komt van een idee van Onkelos ben Oeziëldie ongeveer 2000 jaar geleden leefde. Hij schreef een van de eerste vertalingen van de Torah in het Aramees. En in plaats van het woord "vloek" te vertalen in het juiste Aramese woord melatiogebruikte hij een ander Aramees woord, dat verbonden is met het Hebreeuwse woord voor uitwisseling.
Waarom deed hij dat? Waarom gebruikte hij niet gewoon het gewone Aramese woord voor "vloek"?
De uitleg is als volgt: als een mens doet wat hij moet doen, dan ziet hij alles wat van G-d komt als een zegening. Je ziet het duidelijk - gezondheid, levensonderhoud, vreugde - alles verschijnt als zegen. Maar als een persoon niet goed voorbereid is, dan wordt datzelfde wat van G-d komt ervaren als een vloek.
Maar in werkelijkheid is het helemaal geen vloek. Het is zo'n diepe zegen dat het ontworpen is om je wakker te schudden, om je te laten inzien dat je je perspectief op de wereld moet veranderen.
Een voorbeeld
Laat ik dit in andere woorden zeggen. Wanneer iemand een moeilijke periode in zijn leven doormaakt - strijd, pijn of uitdagingen - zou hij kunnen denken: Dit is G-d die me straft. Dit is G-d die mijn leven ingewikkeld maakt. Dit is slecht.
Maar de waarheid is: niets slechts komt van G-d. Niets. Alles wat van G-d komt is een zegen. Alleen, als je goed voorbereid bent, ervaar je het als een zegen. Wanneer je niet voorbereid bent, ervaar je diezelfde zegen als een vloek.
Het is als een student die naar de les gaat. Stel dat je een universitair college bijwoont dat op een zeer gevorderd niveau is, maar je bent er niet klaar voor. De professor geeft een ongelooflijk college, vol wijsheid, maar je kunt het niet begrijpen. Voor jou is het geen zegen - het voelt als een vloek. Je hebt je tijd verspild, je vindt het onderwerp saai en je loopt gefrustreerd weg. Maar de les zelf was briljant. De professor is een genie. Alleen was je niet in staat om het te ontvangen.
Het diepste niveau
Op een nog dieper niveau kunnen we zeggen: Alles wat van G-d komt is gewoon potentieel. Het is rauwe goddelijke energie. De manier waarop je het ontvangt bepaalt hoe het zich in je leven zal openbaren.
Met andere woorden: G-d stuurt geen "zegeningen" en "vervloekingen" apart. Nee, G-d geeft. Hij geeft je leven. Hij geeft je levensonderhoud. Hij geeft je alles. Maar afhankelijk van hoe je het ontvangt - hoe je erkent dat alles van Hem komt - zul je die goddelijke energie ofwel als een zegen, ofwel als het tegenovergestelde onthullen.
Conclusie
Moge G-d ons helpen - in welke van deze verklaringen we ook volgen - om altijd open, geopenbaarde, tastbare zegeningen overal om ons heen te zien in het leven. En moge Hij ons de grootste zegen van allemaal brengen: de komst van Masjiach, spoedig in onze dagen.
Spreekbeurt van rabbijn Tuvia Serber
Het bovenstaande is een weergave van de gesproken tekst die is omgezet naar geschreven tekst.
© Copyright, alle rechten voorbehouden. Als je dit artikel leuk vond, moedigen we je aan om het verder te verspreiden.
Onze blogs kunnen tekst/quotes/verwijzingen/links bevatten die auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten van
Mechon-Mamre.org, Aish.nl, Sefaria.org, Chabad.orgen/of VraagNoah.orgdie we gebruiken in overeenstemming met hun beleid.