בס"ד

Naso (Numeri 4:21-7:89 )

Tegen het einde van de Portie beschrijft de Tora uitvoerig de offers van de Nesi'im (Prinsen) op de dag dat de Tabernakel geheiligd werd. Wat ongewoon is aan dit gedeelte, is dat elke Prins precies dezelfde offers bracht, maar toch beschrijft de Tora elk afzonderlijk in vrijwel identieke verzen. We weten dat er geen extra woorden in de Torah staan, daarom vragen de commentaren waarom het nodig was om dezelfde informatie 12 keer op te sommen? Waarom kon de Tora niet gewoon de offers de eerste keer noemen en dan gewoon zeggen dat alle andere Nesi'im exact dezelfde offers brachten?

De Darchei Mussar, die de Alter van Kelm citeert, beantwoordt deze vraag:(1) Hij schrijft dat de Tora komt om ons te leren hoe we ons moeten verhouden tot de individuele uitvoering van mitsvot binnen de Joodse natie. Iemand zou kunnen denken dat wanneer een groot aantal mensen dezelfde mitswa uitvoert, ze allemaal onder de groep vallen en er geen aandacht is voor de uitvoering van de mitswa door elk individu. Dit is echter niet het geval; integendeel, G-d is blij met elke afzonderlijke mitswa die elke Jood (of Noachide) uitvoert. Dit komt omdat G-ds vermogen om lief te hebben en te zorgen voor elke Jood oneindig is en niet gehinderd wordt door het feit dat Hij ook van zoveel andere Joden houdt.

Dienovereenkomstig, in dezelfde mate waarin G-d verheugd was vanwege het offer van de eerste prins, Nachshon ben Aminadav, was Hij ook verheugd over de offers van alle Nesi'im. Daarom achtte de Tora het gepast om elke reeks offers op zichzelf te specificeren. Dit leert ons een fundamentele les over het Joodse denken in tegenstelling tot dat van andere geloofssystemen. De atheïst, bijvoorbeeld, kan niet geloven dat elk individu enige intrinsieke waarde heeft. Hij is slechts één van de miljarden mensen die uit vlees en botten bestaan, net als alle andere levende wezens die op een kleine, onbeduidende planeet in een klein zonnestelsel wonen dat zich in één van miljoenen melkwegstelsels bevindt. Wanneer een atheïst dit geloof tot zijn logische conclusie zou brengen, zou hij een groot gevoel van gebrek aan eigenwaarde voelen omdat hij verbleekt tot totale onbeduidendheid.

Daarentegen is volgens de Tora elke persoon van Oneindige waarde omdat hij geliefd is door G-d. Dit wordt uitgedrukt in een aantal rabbijnse bronnen: De Misjna in Pirkei Avot zegt: "De mens is geliefd omdat hij geschapen is naar het beeld [van G-d]..." (2) Deze Misjna leert ons dat, omdat ieder mens een ziel heeft, hij geliefd is bij G-d.

De Misjna in Sanhedrin is nog explicieter over het individuele belang van ieder mens. Het bespreekt waarom, van alle levende wezens, alleen de mens alleen werd geschapen, terwijl alle andere wezens in grote aantallen werden geschapen. De Misjna legt uit: "De mens werd alleen geschapen om te leren dat over wie één ziel uit Israël vernietigt, de Tora het beschouwt alsof hij een hele wereld vernietigd heeft. En over wie een ziel uit Israël redt, beschouwt de Tora alsof hij de hele wereld gered heeft." (3)

Deze bronnen benadrukken de grote waarde van elk individu en leren ons de logische gevolgen van dit geloof. Ten eerste moet men, zoals we hierboven besproken hebben, zijn eigenwaarde beseffen. Maar bovendien leert dit ons dat geen enkel persoon onbetekenend is in de ogen van G-d, en daarom is ieder mens verplicht om ieder ander op deze manier te bekijken en dienovereenkomstig te behandelen.

We hebben gezien hoe de Torah veel moeite deed om de offers van 12 mensen op te sommen. Nesi'im om te leren dat G-d geeft om de daden van elk individu. Dit maakt het onze plicht om onszelf te respecteren en anderen te behandelen met het respect dat hen toekomt. Er is nog een laatste resultaat van dit principe van het Jodendom: omdat God geeft om elke actie die elke persoon onderneemt, moet elke persoon een acuut gevoel van verantwoordelijkheid voor zijn daden ontwikkelen. In deze geest schrijft de Rambam dat elke persoon de wereld moet zien als een constante weegschaal van mitzvot versus zonden, en dat elke mitzvah die hij doet de weegschaal ten goede kan doen doorslaan, en elke zonde die hij begaat het tegenovergestelde effect kan hebben. Dit zou ons moeten doordringen van de erkenning van het belang van elke actie die we ondernemen.

Door Rabbijn Yehonasan Gefen

Opmerkingen

1. Lekach Tov, Nasso.

2. Avot, 3:18.

3. Sanhedrin, hfdst. 4, Misjna 5.

WEKELIJKSE TORAH PORTIE,

Het leidende licht
door Rabbi Yehonasan Gefen

© Copyright, alle rechten voorbehouden. Als je dit artikel leuk vond, moedigen we je aan om het verder te verspreiden.

Onze blogs kunnen tekst/quotes/verwijzingen/links bevatten die auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten van Mechon-Mamre.org, Aish.nl, Sefaria.org, Chabad.orgen/of VraagNoah.orgdie we gebruiken in overeenstemming met hun beleid.