Skip to content

Sukkat Shalom B'nei Noach

Home » Acharei-Mot – Een negatieve omgeving

Acharei-Mot – Een negatieve omgeving

Een Negatieve Omgeving

Acharei Mot (Leviticus 16-18)

Door Rabbi Yehonasan Gefen

Alvorens de lijst van verboden relaties uit te werken geeft de Tora ons de instructie: “Voer de praktijken van het land Egypte waarin u woonde niet uit; en voer de praktijken van het land Kanaän waar Ik u naartoe breng niet uit …”[1] Rashi schrijft dat Egypte en Kanaän de meest moreel ontaarde volkeren waren en in het bijzonder die delen waar de Joden woonden, waren de slechtste delen van deze landen. Waarom plaatste God het Joodse volk opzettelijk op de meest corrupte plekken op aarde?

Rav Dessler beantwoordt deze vraag in een essay waarin hij bespreekt hoe men moet reageren op een negatieve omgeving.[2] Hij merkt op dat een negatieve samenleving een zeer schadelijk effect op een persoon kan hebben. Als hij echter sterk genoeg is, zodat de negatieve invloeden hem niet beïnvloeden, kan het hem in feite versterken in zijn dienst aan God. Hoe komt dat? Rav Dessler legt uit dat wanneer hij het omringende kwaad ziet, het walgelijker wordt in zijn ogen omdat hij een grotere erkenning krijgt van de negatieve invloed daarvan. Dit stelt hem in staat zichzelf nog sterker te maken in zijn waardering voor het goede. Gebaseerd op dit begrip van de menselijke natuur, doet Rav Dessler een historische observatie die kan verklaren waarom G-d het Joodse volk opzettelijk op de meest gedegenereerde plekken op aarde plaatste.

“Elke keer wanneer er een noodzaak was voor een tzaddik (rechtvaardige man) om naar een extreem hoog niveau te stijgen, werd de tzaddik in de meest nederige en gedegenereerde omgevingen geworpen, zodat hij van hen de nederigheid van het kwaad kon leren en zichzelf kon versterken in het goede tot het tegenovergestelde uiterste.”[3]

G-d plaatste het Joodse volk opzettelijk in Egypte zodat ze een intense haat konden ontwikkelen tegen de grote onzuiverheid ervan, wat, zo schrijft hij, inderdaad hun motivatie was om het uit te roepen tot G-d om hen te bevrijden uit die vreselijke plek. Deze intense afkeer stelde hen in staat om snel op te stijgen van het 49e niveau van onzuiverheid naar het niveau van het kunnen ontvangen van de Tora. Als ze zich in een minder immorele omgeving hadden bevonden, hadden ze niet tot zo’n hoog niveau kunnen stijgen.

Dit lijkt ook de verklaring te zijn waarom het Joodse volk naar een soortgelijk weerzinwekkend land moest gaan. Het zien van het zeer immorele gedrag van de Kanaänitische volkeren had de bedoeling om hun afkeer van het kwaad te versterken en op hun beurt hun waardering voor de Tora-moraliteit te vergroten.[4]

Rav Dessler gebruikt dit concept als hulpmiddel om een ​​andere passage te begrijpen die in het deel van deze week wordt besproken – de Seir l’Azazel. Op de meest heilige dag van het jaar, Jom Kippoer, beveelt de Tora ons om een ​​geit door de woestijn te leiden en hem van een klif te gooien. Wat is de betekenis van het leiden van de geit door de woestijn? Rav Dessler legt uit dat de woestijn de plek is waar mensen geiten offeren aan negatieve krachten. Door de geit door deze onreine plek te leiden en op Jom Kippoer te worden blootgesteld aan zijn onzuiverheid, worden de mensen verder gesterkt in hun goddelijke dienst.

Het principe van Rav Dessler helpt ons ook om enkele ideeën met betrekking tot Pesach te begrijpen. We beginnen met de Haggada-bespreking met onze voorouders die afgoden aanbaden. Rav Dessler vraagt: op welke manier is dit verbonden aan het verhaal van de uittocht van Egypte? Hij antwoord dat doordat Abraham omringd was door zo’n negatieve omgeving, hij zo’n hoog niveau van heiligheid bereikte dat zijn macht nooit teniet zou worden gedaan. De verlossing uit Egypte kwam rechtstreeks voort uit deze heiligheid. Daarom praten we over onze afgoden-aanbiddende voorouders om te benadrukken dat het direct als gevolg van hun onzuiverheid was dat Abraham naar voren kwam om zo’n ongelooflijk hoog niveau te bereiken en het was op zijn beurt zijn grootheid die de zaden plantte voor de uittocht uit Egypte.

We kunnen nu een dieper begrip krijgen van waarom de Haggaddah veel moeite doet om de negatieve invloeden te bespreken die onze afgoden-aanbiddende voorouders, de Egyptenaren en Lavan, omvatten. Misschien is dit bedoeld om onze afkeer tegen zulke immorele mensen op te wekken en op zijn beurt onze waardering voor G-d te vergroten omdat Hij ons van hen heeft bevrijd en ons de Tora heeft gegeven.

In de wereld van vandaag bestaat er een constant gevaar om op een negatieve manier te worden beïnvloed door verschillende schadelijke invloeden. Het principe van Rav Dessler kan ons helpen om met deze invloeden om te gaan en ze misschien zelfs ten goede te gebruiken. Door het negatieve te observeren dat een persoon omringt, kan hij zijn waardering voor de schoonheid van de levensstijl van de Tora te vergroten.

Rabbijn Yehonasan Gefen

Besef dat een vertaling altijd een vertaling is, daarom ook de verwijzing naar het origineel: The Guiding Light Parshat Acharei Mot: Negative Surroundings (aish.com)

Opmerkingen van Angelique; wat leren wij hiervan?

Toen ik dit zo las dacht ik bij mezelf, inderdaad, een negatieve omgeving moet je positief gebruiken. Voor Noachieden geldt, denk ik, dat er velen wonen in een omgeving die andere waarden, normen, gewoontes en gebruiken heeft. Het maakt, als ik naar mezelf kijk, dat je elke dag opnieuw heel bewust keuzes moet maken. Wat vind ik van deze situatie, moet ik er iets mee, moet ik er iets van zeggen of moet ik juist mijn mond houden. Mag ik dit, wil ik dit, welke consequenties heeft. Het maakt je heel erg bewust van wat je belangrijk vindt in het leven, en tegelijkertijd merk je ook hoe kwetsbaar je kunt zijn en dus hoe afhankelijk je bent van de Eeuwige. Het is een troost om te weten dat een negatieve omgeving goed voor je kan zijn en het is een bemoediging om te weten dat je met hulp van de Eeuwige verleidingen kunt weerstaan en in staat bent om de juiste keuze te maken, met vallen en opstaan.


[1] Acharie Mos, 18:3.

[2] Michtav M’Eliyahu, 1e Chelek, blz. 157-160.

[3] Ibid. blz. 158.

[4] Natuurlijk had het Joodse volk de vrije wil of ze ervoor kozen de wegen van de Kanaänieten volledig te verwerpen of hen als buren te accepteren en daardoor negatief beïnvloed te worden. De geschiedenis laat zien dat ze hun buren niet volledig vernietigden en na verloop van tijd werden ze negatief beïnvloed door de Kanaänieten.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.