Skip to content

Sukkat Shalom B'nei Noach

Home » Wajesjeev – de droom van Jozef

Wajesjeev – de droom van Jozef

De maatstaf van ware grootsheid.


Het Tora-gedeelte begint met een verslag van de verslechtering van de relatie tussen Jozef en zijn broers. De twee dromen van Jozef speelden een zeer belangrijke rol in de toenemende wrok van de broers jegens hem. Een nauwkeurige analyse van de dromen kan ons meer inzicht geven in hoe zij zo’n breuk tussen de broers veroorzaakten. De Beis HaLevi, Rabbi Yosef Dov Soleveitchik[1] merkt op dat de Tora ons na de eerste droom vertelt dat de broers Jozef haatten, terwijl na de tweede droom staat er niet dat ze hem haatten, maar dat ze jaloers op hem waren.[2] Wat is de reden voor dit verschil?

De Beis HaLevi antwoordt hierop door de dromen zorgvuldiger te onderzoeken. In de eerste droom zei Yosef dat hij en zijn broers in het veld waren en dat hun schoven omhoog stonden en zich naar zijn schoven bogen; hij zei niet dat de broers zelf voor hem bogen. In tegenstelling tot de tweede droom waarin hij hun vergeleek met de sterren en vertelde dat ze voor hem bogen. In deze droom stelden de sterren de broers voor en dat zij zelf rechtstreeks voor Yosef bogen.[3]

De Beis HaLevi legt uit dat de twee dromen twee afzonderlijke gebieden vertegenwoordigden waarin de broers ondergeschikt en inferieur aan Jozef zouden worden. De schoven in de eerste droom vertegenwoordigden Yosefs toekomstige superioriteit over de broers in het domein van succes in deze wereld (Olam Hazeh). Het buigen van hun schoven voor de zijne gaf aan dat ze van hem afhankelijk zouden zijn voor hun fysieke levensonderhoud. Succes in het fysieke domein maakt een persoon echter niet intrinsiek superieur aan anderen, het betekent eerder dat hij meer bezittingen heeft. Dienovereenkomstig bevindt een rijk persoon zich niet op een hoger niveau dan een pauper. Op basis hiervan legt de Beis HaLevi uit dat in de eerste droom die gashmius (lichamelijkheid) vertegenwoordigde, de broers zelf hun onderdanigheid aan Jozef niet toonden, maar dat hun fysieke bezittingen inferieur bleken te zijn aan die van hun broer. De tweede droom daarentegen verwijst naar Yosefs toekomstige geestelijke superioriteit over de broeders. Spirituele prestaties definiëren de intrinsieke grootheid van een persoon. Dienovereenkomstig bogen de broeders in de tweede droom, die ruchnius (spiritualiteit) vertegenwoordigde, voor Jozef, wat zijn inherente geestelijke superioriteit over hen aangaf.

Met deze kennis beantwoordt de Beis HaLevi de eerste vraag waarom de broers na de eerste droom Jozef haatten, terwijl ze na de tweede jaloers op hem waren. Haat ontstaat wanneer iemand de acties van een ander kwalijk neemt, terwijl jaloezie ontstaat wanneer iemand zich inferieur voelt aan zijn medemens. De broers haatten Jozef na de eerste droom vanwege de implicatie dat ze hem nodig zouden hebben voor hun levensonderhoud en dat hij fysiek over hen zou heersen. Ze waren echter niet jaloers op hem omdat het vooruitzicht van zijn grotere rijkdom hen niet het gevoel gaf minderwaardig aan hem te zijn. Ze zagen fysieke prestaties als iets externs aan een persoon en daarom niet jaloezie waardig. Daarentegen waren ze na de tweede droom jaloers op hem omdat dat impliceerde dat hij geestelijk superieur aan hen zou zijn en dit zou inderdaad hun jaloezie kunnen opwekken.

Er zijn twee zeer belangrijke lessen die kunnen worden afgeleid uit de uitleg van de Beis HaLevi. Ten eerste leren we dat de materiële bezittingen van een persoon van geen belang zijn met betrekking tot zijn ware grootheid. Een rijk persoon verdient misschien respect,[4] maar men moet zijn rijkdom niet benijden omdat het geen barometer van zijn werkelijke waarde vertegenwoordigt. Alleen het spirituele niveau van een persoon bepaalt de ware grootheid van een persoon en alleen dat is het waard om benijd te worden.

Het is heel goed mogelijk voor een persoon om zijn gevoel van belangrijkheid te zien in termen van zijn materiële bezittingen. Een mogelijke manier om een juist perspectief op materiële bezittingen te behouden is door te kijken naar wat een groot persoon in de Tora-wereld definieert. Rijkdom is van geen belang om te bepalen wie een ‘Gadol b’Yisroel‘ is (een term die wordt gebruikt om de grootste Tora-geleerden te beschrijven) en inderdaad veel Gedolim waren extreem arm. Wat volgens de Tora-definitie belangrijk is, is de intrinsieke spirituele grootheid die een mens bereikt. Jezelf herinneren aan de kwaliteiten van onze Gedolim kan ons helpen een nauwkeurig perspectief te houden van de onbeduidendheid van rijkdom tot iemands ware grootheid.

Een aanwijzing dat iemand erg gehecht is aan zijn fysieke bezittingen, is dat hij ze beschouwd als een deel van zijn wezen. Het huis van een persoon kan bijvoorbeeld zo kostbaar voor hem zijn dat elke schade eraan in zijn ogen gelijk staat aan schade aan zijn eigen lichaam. Een ander negatief gevolg van een dergelijke houding is dat een persoon die zo gehecht is aan de fysieke wereld er een slaaf van kan worden in die mate dat het zijn leven op een schadelijke manier dicteert. Dit was helaas duidelijk in de jaren voor de Holocaust in Duitsland. Naarmate de situatie van het Joodse volk in Duitsland verslechterde, werden veel Joden zich steeds meer bewust van de noodzaak om te ontsnappen. Sommige van de rijkere Joden vonden het echter erg moeilijk om hun prachtige huizen en bezittingen te verlaten. Bijgevolg verlieten veel meer arme Joden Duitsland dan hun rijke tegenhangers. Hun gehechtheid aan hun fysieke bezittingen bleek levensgevaarlijk.[5]

We leren uit de dromen van Jozef dat de enige ware maatstaf voor grootheid geestelijke prestatie is en geen materieel gewin. Mogen we het allemaal verdienen om echte grootsheid te erkennen en te bereiken.

Rabbijn Yehonasan Gefen

Besef dat een vertaling altijd een vertaling is, daarom ook de verwijzing naar het origineel The Guiding Light Parshat Vayeshev: Joseph’s Dreams (aish.com)

Opmerkingen van Angelique; wat leren wij hiervan?

Jaloezie wordt vaak als een negatieve eigenschap gezien. Het betekent dat we iets willen hebben wat een ander toekomt, eigenlijk gunnen we iets die ander niet en het liefste zouden we het van hun nemen. We zien hier in het verhaal dat de broers niet jaloers waren op de bezittingen van Jozef. Maar alleen op zijn spiritueel niveau. We zien dat deze jaloezie ertoe leidt dat ze hem uiteindelijk in de put gooien, en verkopen. Hun jaloezie leidt tot negatieve handelingen. Echter jaloezie kun je ook anders inzetten…als je ziet tot welke spirituele groei anderen kunnen komen, kan dat je ook motiveren om jezelf te verbeteren om tot een hoger niveau te komen. Jezelf in vergelijking met een ander verhogen kan op twee manieren, iemand in een put gooien of zelf op een berg gaan staan.


[1]  Een 19e-eeuwse rabbijn die de voorouder is van de beroemde Brisk-dynastie.

[2] Beis HaLevi, Parshas Vayeishev.

[3] De Beis HaLevi schrijft dat de sterren de mazalot vertegenwoordigen die essentieel zijn voor het functioneren van de wereld.

[4] De Gemara stelt dat Rebbe eer zou geven aan rijke mensen.

[5]  Gehoord van Rav Aaron Lopiansky shli”ta.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.