Skip to content

Sukkat Shalom B'nei Noach

Home » Vayigash – Verantwoordelijkheid nemen

Vayigash – Verantwoordelijkheid nemen

Juda – Verantwoordelijkheid nemen

Vayigash (Bereishis 44:18-47:27))

 

Door Rabbi Yehonasan Gefen

Grootsheid komt naar degenen die verantwoordelijkheid omarmen.


Het Tora-gedeelte begint met de gedenkwaardige confrontatie tussen Juda en Jozef. Juda toont zijn grootheid door de totale verantwoordelijkheid voor Benjamin op zich te nemen, zozeer zelfs dat hij aanbiedt om Jozefs slaaf te zijn. De Wijzen vertellen ons dat Juda en zijn nakomelingen een aantal acties uitvoerden die zijn opmerkelijke neiging om verantwoordelijkheid te nemen demonstreerden en hoe daardoor zijn familie de kroon van koningschap verdiende. De Tosefta noemt een aantal van deze acties:[1]

‘Om welke [daad] verdiende Juda het koningschap; omdat hij zijn broer van de dood redde, zoals er staat: “En Juda zeide tegen zijn broeders wat een winst zullen wij hebben als wij onze broeder doden en zijn bloed bedekken…” De eerste reden die de Tosefta geeft, is dat hij de broer was die voorkwam dat Jozef werd gedood.[2] De Tosefta vervolgt: “Vanwege welke [daad] verdiende Juda het koningschap; omdat hij zijn verantwoordelijkheid in het incident met Tamar” toegaf.” Toen Tamar op het punt stond verbrand te worden omdat ze schijnbaar de wetten van immoraliteit had overtreden, besefte Juda dat hij de vader van de tweeling was die ze droeg. Hij had kunnen zwijgen en zichzelf van schande kunnen behoeden, maar hij gaf publiekelijk zijn rol toe en redde daarmee het leven van Tamar en de baby’s. De Tosefta biedt een andere reden, deze keer gericht op een actie van een van Juda’s nakomelingen: “Vanwege welke [daad] verdiende Juda het koningschap; omdat hij Gods naam heiligde, dat toen de Stammen aan de zee stonden, ieder van hen zei: “Ik ga niet als eerste erin, maar de stam Juda sprong erin en ging als eerste de zee in, waardoor Gods naam werd geheiligd.” Bij deze gelegenheid zette Nachshon ben Aminadav, uit Juda, de eerste moedige stappen in de Rietzee, ook al had hij geen flauw vermoeden van wat er zou gebeuren. Het water stond tot aan zijn neus, toen de Zee zich uiteindelijk splitste.

Wat is de gemene deler van de redenen die de Tosefta geven? Ze tonen allemaal Juda’s grootheid op het gebied van het nemen van verantwoordelijkheid.[3] Het lijkt erop dat er twee hoofdaspecten van verantwoordelijkheid zijn; verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen, en fouten in het bijzonder; en verantwoordelijkheid nemen om te doen wat nodig is, zelfs als anderen dat niet doen. De Tosefta leert ons dat Juda beide aspecten belichaamde.

Toen Juda zijn rol in het incident met Tamar toegaf, slaagde hij voor een test die veel geweldige mensen voor hem niet doorstonden. Inderdaad, niemand minder dan de eerste mens, Adam is een voorbeeld van dit fenomeen. Traditioneel schrijven we Adams zonde toe aan zijn ongehoorzaamheid aan Gods instructies om niet van de vrucht te eten, en het was dit dat ervoor zorgde dat Adam en Eva uit Gan Eden werden verdreven met alle negatieve gevolgen van dien. Bij nadere analyse is het duidelijk dat ze niet onmiddellijk na de zonde werden gestraft. Integendeel, God ging met Adam in gesprek en gaf hem de gelegenheid om zijn fout toe te geven. Adam accepteerde dit uitstel niet, in plaats daarvan zei hij: “de vrouw die U gaf om bij mij te zijn – zij gaf mij van de boom en ik at.”[4] Adam ontdeed zich van de verantwoordelijkheid voor zijn zonde en schoof die op Eva en zelfs op God zelf omdat Hij haar aanvankelijk aan hem had gegeven. Toen wendde God zich tot Eva en gaf haar ook de kans om zich te bekeren – ook zij sloeg het aanbod af en zei: “De slang misleidde mij en ik at.”[5] . Het was toen pas dat God hun strafte voor de zonde – het is duidelijk dat als ze verantwoordelijkheid hadden genomen voor hun daden toen God hen daarmee confronteerde, de straf zeker veel lichter zou zijn geweest – wie weet hoe anders de loop van de geschiedenis had kunnen zijn!

De afstammelingen van Adam en Eva gingen op dezelfde manier verder. We zien dit in het verhaal van Kain en Abel. Nadat Kain Abel had gedood, strafte God hem niet onmiddellijk, maar zei Hij: “Waar is Abel, uw broeder?” Kain antwoordde met de beroemde woorden; “ben ik de hoeder van mijn broer?”[6] De Midrasj geeft meer details over Kains antwoord: “U bent de beschermer van al het leven, en U vraagt mij?!.. Ik heb hem gedood, maar U hebt mij de kwade neiging gegeven, U wordt verondersteld iedereen te beschermen en U laat mij hem doden, U bent degene die hem heeft gedood… als U mijn offer als het zijne had aanvaard, zou ik niet jaloers op hem zijn geweest.”[7] In een opmerkelijke vertoning van schuldverschuiving schreef Kain alle schuld aan God toe – hoe kon hij zichzelf overtuigen van zijn onschuld in zijn gruwelijke daad? Rav Chaim Shmuelevitz legt uit dat al zijn excuses voortkomen uit één factor, “dat de verantwoordelijkheid voor de actie niet bij hem lag”.8 Hij was niet bereid om toe te geven aan de realiteit en de waarheid te accepteren – dat alleen hij schuldig was. Bijgevolg had hij geen moeite om zichzelf te zuiveren van elke schuld aan de moord.

Uit deze verhalen lijkt het erop dat de test van de mensheid niet eenvoudigweg was om fouten te vermijden, maar eerder om verantwoordelijkheid voor die fouten op zich te nemen. Inderdaad we vergissen ons allemaal bij tijd en wijl, het is of we kunnen opstaan en de waarheid voor onze daden kunnen toegeven die de ware rechter van ons spirituele niveau is. Het duurde slechts enkele honderden jaren voor dat Juda de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich nam. Dit was zo belangrijk dat het hem de rol van het koningschap opleverde en het bijbehorende idee dat Mashiach van hem zou afstammen. We weten dat de Messias de schade die Adams zonde heeft aangericht zal rechtzetten, daarom is het geen toeval dat Juda deze verdienste verdient, aangezien hij de eerste persoon was die Adams falen om zijn fout toe te geven rechtzette.

De andere redenen die in de Tosefta worden genoemd, richten zich op het tweede aspect van verantwoordelijkheid – de persoon zijn die opstond en deed wat nodig was. Rav Chaim Shmuelevitz schrijft: “In die tijd voelde de stam Juda zich persoonlijk verantwoordelijk voor heel Israël en dat hij [Juda] moest doen wat op hem rustte – vanwege dit gevoel werd hij groter dan heel Israël en was hij vervuld van een kracht en macht om de zee over te steken alsof het volledig droog was, het was hierdoor dat Juda het verdiende koning te zijn.”9 Door verantwoordelijkheid te nemen en in zee te stappen, erfde Juda de belangrijkste rol onder het Joodse volk.

Op dezelfde manier had hij, toen hij boven Jozef in de put stond, gemakkelijk kunnen zwijgen en Jozef zijn lot kunnen laten ondergaan. De broeders geloofden allemaal dat Jozef zwaar gezondigd had en een zware straf verdiende. Juda erkende echter dat het een oneerlijke handelwijze zou zijn om hem te doden of hem te laten sterven. Daarom nam hij zijn verantwoordelijkheid en redde zijn broer.

We zien hier een cruciaal idee: Verantwoordelijkheid kan vaak worden gezien als een last, iets dat ons beperkt en dwingt om dingen te doen die we niet willen doen. De daden van Juda laten ons precies het tegenovergestelde zien. Het was zijn eigenschap om verantwoordelijkheid te nemen, voor zichzelf, zijn familie en zijn natie, die hem in staat stelde om zulke verheven hoogten te bereiken. Zoals Rav Shmuelevitz zegt, op het moment dat hij accepteerde “wat hem werd opgedrongen”, was het dat hij tot een heel nieuw niveau opsteeg.

We hebben gezien hoe Juda’s grote verdienste om de telg te worden van de familie van koningschap en voorouder van de Messias, het resultaat was van zijn uitstekende eigenschap om verantwoordelijkheid te nemen. Dit is een belangrijke les voor ons allemaal in ons leven; om ware grootheid te bereiken, moet men bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn fouten en de verantwoordelijkheid nemen om actie te ondernemen wanneer niemand anders daartoe bereid is. En als iemand die moeilijke stap zet, dan kan hij verzekerd zijn van de resultaten die Rav Shmuelevitz beschreef met betrekking tot Yehuda.

Rabbijn Yehonasan Gefen

Besef dat een vertaling altijd een vertaling is, daarom ook de verwijzing naar het origineel: The Guiding Light Parshat Vayigash: Judah – Taking Responsibility (aish.com)

Opmerkingen van Angelique; wat leren wij hiervan?

Verantwoordelijkheid nemen voor onze daden, sorry zeggen daar waar nodig is. We weten eigenlijk allemaal wel dat dat belangrijk is en dat we dat eigenlijk zouden moeten doen. Maar het kan soms heel moeilijk zijn om te erkennen dat we nu eenmaal fouten maken. We zien dat soms als het laten zien van onze zwakke kanten, het kwetsbaar opstellen. En toch is dat precies wat nodig is om geestelijk te kunnen groeien.

Daarnaast moeten we de verantwoordelijkheid nemen op de plek waar ons bevinden. In ons gezin, in onze familie, op ons werk. Doe wat je moet doen en wacht niet af totdat anderen het gaan doen, want dan neemt wellicht niemand het voortouw en gebeurd er niets.


[1]  Tosefta, Berachos. 4:16. Rav Chaim Shmuelevitz bespreekt deze Tosefta uitvoerig in Sichot Mussar, Maamer 20, pp.83-84. Het is waar dat hij werd gestraft voor het niet opvolgen van zijn aanvankelijke suggestie om Jozef niet te doden, door hem volledig te redden in plaats van hem als slaaf te verkopen. Toch doet dit niets af aan de aanvankelijke positieve actie om Jozef van een zekere dood te redden.

1. Zie Rav Sichot Mussar, Maamer 19 voor meer hierover.

[2] Bereishit, 3:12.

[3] ibidem 3:13.

[4] Ibidem 4:9.

[5] Medrash Tanchuma, Bereishis, punt 9.

[6] Sichos Mussar, Maamer 20, p.85.

[7] 7. Sichos Mussar, Maamer 20, pp.83-84.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.