Skip to content

Sukkat Shalom B'nei Noach

Home » Bemidbar – de “zonen” van Mozes

Bemidbar – de “zonen” van Mozes

De “zonen” van Mozes

Bemidbar (Numeri 1:1-4:20)

Door Rabbi Yehonasan Gefen

In het verslag van de genealogie van de stammen van Israël schetst de Tora de nakomelingen van Mozes en Aäron. De Tora omvat de zonen van Aäron als onderdeel van het nageslacht van Mozes, zowel als van Aäron.[1] Rashi legt uit dat de zonen van Aäron worden beschreven als het nageslacht van Mozes omdat Mozes hen de Tora leerde en iemand die de Tora leert aan de zoon van zijn vriend wordt geacht hem te hebben gebaard.[2]

De Maharal stelt ​​dat Mozes niet alleen de zonen van Aäron onderwees, maar dat hij het hele Joodse volk onderwees, en stelt dan de vraag waarom we dan toch niet zien dat Mozes wordt beschouwd als iemand die het hele Joodse volk heeft gebaard. Hij antwoordt dat Mozes de opdracht had gekregen om het Joodse volk te onderwijzen, en hij leerde hun wat hem was opgedragen. Hij leerde de zonen van Aäron echter meer dan wat hem was opgedragen. Het is deze Tora die hij hen vrijwillig onderwees die hem de verdienste oplevert dat hij geacht wordt hen te hebben gebaard.[3]

Rav Yitzchak Berkovits bewijst uit een andere episode in het Boek van Bamidbar, dat God wilde dat Mozes zichzelf uit eigen wil zou geven. In het Tora-gedeelte van Pinchas instrueert God Mozes om Jozua als zijn opvolger te benoemen. Hij zegt tegen Mozes dat hij zijn hand op Jozua moet leggen, maar Mozes legt beide handen op Jozua. Waarom vroeg God Mozes slechts één hand te gebruiken en waarom gebruikte Mozes beide? Rav Berkovits antwoordt dat God wilde dat Mozes, uit eigen wil, de tweede hand op Jozua zou leggen, zodat een belangrijk deel van Moshe’s overdracht aan Jozua vrijwillig zou zijn.[4] Mosje begreep dit en handelde dienovereenkomstig.

Er moet nu nog worden uitgelegd waarom alleen iemand die iemand vrijwillig lesgeeft, wordt geacht hem te hebben gebaard, maar iemand die dit uit verplichting doet, krijgt deze onderscheiding niet. Rav Berkovits legt uit dat wanneer een persoon een kind krijgt, hij een deel van zichzelf aan de nieuwe nakomelingen geeft, in die zin dat zijn genetische samenstelling een zeer belangrijk onderdeel van dit nieuwe wezen vormt. Wanneer een persoon iemand Tora leert, geeft hij zijn eigen spirituele samenstelling en legt dat in zijn student. Op die manier lijkt hij op iemand die kinderen heeft, het enige verschil is dat de ware ouder zijn fysieke zelf geeft, terwijl de leraar van zijn spirituele zelf geeft.

De uitleg van de Maharal laat verder zien dat een leraar alleen geacht wordt dit niveau van zichzelf geven te verdienen als hij  puur doet uit een verlangen om de persoon te onderwijzen, en niet alleen uit verplichting. Dit komt omdat wanneer een persoon een ander onderwijst uit een gevoel van verplichting, hij niet in staat is volledig van zichzelf te geven, omdat zijn bedoeling niet puur is om de andere persoon spiritueel te beïnvloeden, het is eerder ook om zijn verplichting na te komen. Als gevolg hiervan is er een kwalitatief gebrek in het overdrachtsproces, in de mate dat de Tora van de leraar niet volledig door de student wordt geïnternaliseerd. Daarom wordt de student niet beschouwd als het nageslacht van de leraar. Wanneer iemand echter onderwijst vanwege een verlangen om de spirituele wonderen van de Tora met een ander te delen, dan geeft hij zijn eigen spirituele essentie over en dit wordt doorgegeven aan de student. Dienovereenkomstig is de leraar gelijk aan de ouder van het kind.

Het principe dat er een kwalitatief verschil is tussen de Tora die uit verplichting wordt geleerd en de Tora die uit eigen wil wordt geleerd, geldt voor een grote verscheidenheid aan mensen en situaties: een ouder is verplicht zijn kind de Tora te leren, maar als hij alleen handelt uit zijn verplichting, dan zal het kind het zeker voelen en zal het overdrachtsproces worden belemmerd.

Deze les is niet beperkt tot ouders en leerkrachten. We bevinden ons allemaal in situaties waarin we anderen een les moeten leren, en de motiverende factoren om dit te doen zullen een sleutelrol spelen in de effectiviteit van de overgedragen lessen. Ten tweede is het principe van toepassing op alle vormen van geven, niet alleen op het onderwijzen van de Tora. Geven uit verplichting is veel minder lovenswaardig dan geven uit een verlangen om de medemens te helpen. De ontvanger van een vriendelijke daad zal vaak enige dwang voelen bij de gever en zal zich ongemakkelijk voelen omdat hij de gever in een situatie plaatst waarin hij zich liever niet zou bevinden.[5] Bovendien lijkt het duidelijk dat het principe dat het grote voordeel van geven, welke leidt tot een grotere liefde voor de ontvangen, alleen beperkt is tot gevallen waarin met geeft uit vrije wil en niet uit verplichting.  Inderdaad, geven omdat men geen keus heeft, veroorzaakt vaak wrevel. We hebben gezien hoe Mozes verdiende te worden beschouwd als de zoon van Aäron, omdat hij hen onderwees boven zijn feitelijke verplichting. Mogen we het allemaal verdienen om Mozes na te streven en vrijwillig onze Tora en onszelf af te staan.

Rabbijn Yehonasan Gefen

Besef dat een vertaling altijd een vertaling is, daarom ook de verwijzing naar het origineel: https://aish.com/122432379/

Opmerkingen van Angelique; wat leren wij hiervan?

Anderen leren met je hele ziel en zaligheid.  Het is het anderen onderwijs geven vanuit je hart en niet alleen vanuit je verstand. Met je hart komt er emotie bij en een emotie bij een boodschap maakt dat deze makkelijker toegankelijk is voor een ander. Jouw enthousiasme, jouw liefde voor de Tora zal een ander opmerken en daardoor geprikkeld raken. Enthousiasme werkt aanstekelijk, waardoor deze enthousiasme de motor zal zijn voor het intellect van de ander.


[1] Bamidbar, 2:1.

[2] Rasji, Bamdibar, 2:1.

[3] Gur Aryeh, Bamidbar, 2:1, os 1.

[4] Het is duidelijk dat Moshe’s hand op Yehoshua vertegenwoordigde dat hij zijn enorme kennis aan Yehoshua overgaf, en door beide handen op Yehoshua te leggen, gaf Mosje zelfs meer dan hem was bevolen.

[5] Zie mijn essay over Parshas Re’eh, ‘De waarde van vriendelijkheid’ waar we dit uitvoerig hebben besproken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.