Skip to content

Sukkat Shalom B'nei Noach

Home » Sjoftiem – Onze invloed op anderen

Sjoftiem – Onze invloed op anderen

Onze invloed op anderen

Sjoftiem (Devarim 16:18-21:9)

 

Door Rabbi Yehonasan Gefen

Wie is de man die bang en lafhartig is? Laat hem gaan en naar zijn huis terugkeren, en laat hem het hart van zijn medemensen niet doen smelten om als zijn hart te zijn.”[1] De Tora beveelt iedereen die bang is om ten strijde te trekken het slagveld te verlaten vanwege de negatieve invloed die zijn gedrag zal hebben op zijn medesoldaten. Ze zullen worden beïnvloed door zijn angst en bijgevolg zelf angstiger worden, wat nadelige gevolgen zal hebben.

De Ramban brengt de mening van de Behag naar voren dat dit een van de 613 mitswot is.[2] Rav Chaim Shmuelevitz zegt dat de wortel van deze mitswa het verbod is, om op welk levensgebied  dan ook, zo te handelen dat het een negatieve invloed heeft op de toeschouwers. Dit geldt zelfs als de handeling gerechtvaardigd is, maar nog steeds op een negatieve manier kan worden geïnterpreteerd – dus waarschuwt hij voor de zorg die een persoon die in Yeshiva studeert moet nemen om de studiesessies niet te missen, zelfs als hij een geldige reden heeft, omdat alle anderen misschien niet op de hoogte zijn van deze reden en van zijn gedrag zullen leren om minder streng te zijn in hun eigen studie.[3]

Rav Shlomo Zalman Auerbach paste dit principe toe in de Joodse wet. Hij werd gevraagd door iemand die de keuze had uit twee Shacharis (de ochtenddienst) minyanim (quorum); de ene was veel langzamer dan de andere, wat meer concentratie mogelijk maakte, maar als hij erin zou bidden, zou hij voor het einde moeten vertrekken. Rav Auerbach antwoordde dat hij in de langzamere minyan moest bidden, ook al zou hij eerder moeten vertrekken. Hij vertelde de persoon echter dat hij de reden van zijn vroege vertrek bekend moest maken om te voorkomen dat andere mensen verkeerde dingen zouden leren van zijn acties.[4] Hoewel de vraagsteller de wet volgde door eerder te vertrekken, moest hij zich toch bewust zijn van de mogelijke gevolgen die dit voor anderen zou kunnen hebben.[5]

Je kunt je afvragen, waarom zou iemand beoordeeld moeten worden op hoe zijn daden anderen beïnvloeden als er intrinsiek niets mis mee is? Ons wordt bevolen om de 613 mitswot te houden; als iemand dat doet, waarom zou hij er dan last van hebben dat anderen hem op een negatieve manier imiteren? Rav Chaim van Volozhin zt’l schrijft dat we in de Shemoneh Esrei van Rosh Hashana zeggen dat God de ‘ maaseh ish upekudaso ‘ oordeelt . ‘ Maaseh ish ‘ betekent iemands eigen acties, maar waar verwijst ‘ pekudaso ‘ naar? Hij legt uit dat elke persoon een invloedssfeer buiten zichzelf heeft, waaronder zijn familie, zijn studenten en alle mensen die met hem in contact komen. De manier waarop hij deze mensen beïnvloedt door zijn eigen acties is ‘ pekudaso‘ en ook op dat gebied wordt hij beoordeeld. Als ze, door zijn gedrag te observeren, leren hun Goddelijke Dienst te verbeteren, dan zal hij veel beloning ontvangen, maar als het tegenovergestelde gebeurt, zal hij voor zijn aandeel in hun zonden worden geoordeeld, net zoals hij voor zijn eigen zonden wordt geoordeeld.[6]

Iemands acties vinden niet plaats in een vacuüm, maar worden altijd opgemerkt door anderen, daarom moeten we ons constant bewust zijn van het mogelijke effect dat we op anderen kunnen hebben zonder zelfs maar rechtstreeks met hen te communiceren.

We kunnen van deze vorm van beloning profiteren door het positieve effect dat we op onze medemens kunnen hebben: een manier om dit te doen is door een positief voorbeeld te zijn in ons eigen gedrag en daardoor de mensen om ons heen te inspireren ons na te doen.[7] Rav Aron Kotler merkt op dat het erg moeilijk is om iemand effectief te berispen zonder hem in verlegenheid te brengen. Hij suggereert dat een manier om hem te helpen groeien, zonder de angst om pijn te veroorzaken, is door hem te berispen door middel van het goede voorbeeld te geven; we moeten zodanig handelen dat anderen ertoe worden aangezet om ons gedrag na te volgen.[8] Iemand die bijvoorbeeld consequent op tijd op Shacharis arriveert, kan zijn huisgenoten beïnvloeden om hetzelfde te willen doen; een persoon die de hele dag werkt maar ervoor zorgt dat hij elke dag op een vaste tijd de Tora leert, is een voorbeeld voor degenen die niet de tijd kunnen vinden om regelmatig te leren. Of iemand die ervoor zorgt dat hij geen lasjon hara spreekt, maakt het moeilijk voor de mensen om hem heen om dat wel te doen, alleen al door zijn aanwezigheid. Rav Kotler voegt eraan toe dat als een persoon opzettelijk uitblinkt in een bepaald gebied van Goddelijke dienst om toeschouwers te beïnvloeden, hij op deze manier de mitswa van berisping heeft vervuld. En hoe groter iemand is, hoe meer hij op deze manier anderen kan beïnvloeden. Een voornemen om het hele Jodendom terug te brengen naar de Tora werd gevonden in de tas van de rechtvaardige Rav Naftali Amsterdam Toen hem werd gevraagd hoe hij van plan was dit voornemen uit te voeren, antwoordde hij: “Ik heb besloten alle wetten van de Sjoelchan Aroech[9] strikt na te leven. Op deze manier zal ik dienen als een levende Sjoelchan Aroech en iedereen die zich wil houden aan de Torah zal in mij een levend voorbeeld van een volledige Jood kunnen zien en van mij leren hoe men naar de Tora kan terugkeren.” [10] 

Rav Shmuelevitz gaat zelfs zo ver dat hij beweert dat het veroorzaken dat een ander een mitswa vervult, als groter wordt beschouwd dan het zelf doen van de mitswa. Een van zijn bewijzen is een Gemara in Sotah:[11] De Gemara zegt dat Yehuda’s lichaam geen rust vond totdat Mozes voor hem bad en een van zijn verdiensten noemde; Mozes zei tegen God, “wie zorgde ervoor dat Reuven zijn zonde [van het verplaatsen van het bed van zijn vader] beleed? Yehuda [toen hij het incident met Tamar bekende].” Rav Shmuelevitz wijst erop dat de enige verdienste die Mozes in zijn gebed noemde, is dat Yehuda Reuven ertoe bracht te biechten. Waarom noemde hij niet de grote verdienste van Yehuda’s eigen bekentenis, een daad van grote moed die de levens van drie zielen heeft gered?! We zijn gedwongen te antwoorden dat het helpen van onze medemens in zijn spiritualiteit groter is dan onze eigen daad op zich en daarom was het effect dat zijn daad op Reuven had groter dan de daad zelf! [12]

Iemand kan nooit weten wanneer zijn daden anderen kunnen beïnvloeden, zelfs de kleinste acties kunnen een groot effect hebben, zoals blijkt uit de volgende waargebeurde verhalen: Rav Elya Dushnitzer verwachtte een grote menigte in de sjoel op Jom Kippoer en hield zich bezig met het scheuren van stukjes toiletpapier voor openbaar gebruik in de badkamer van de grote Petach Tikva sjoel.[13] Een seculiere Israëliër stopte om te kijken naar wat hem enigszins eigenaardig leek. “Waarom doe je dat?” vroeg hij. “Morgen is er een grote menigte, en ik wil niet dat iemand overlast ondervindt.” Nadat hij een baal teshuva was geworden, legde de Israëliër uit wat hem ertoe bewoog een levensverandering aan te brengen. ‘Het was die rabbijn. Elke snipper papier veroorzaakte diep in mijn hart een traan..’ [14]

Niet zeker of hij wel of niet naar de yeshiva zou gaan, besloot de jonge Moshe naar een yeshiva te gaan en te zien hoe de jongens waren. Terwijl hij door de lunchroom liep, botste iemand tegen hem op, waardoor Moshe zijn koffie morste op een andere jongen die aan een tafel zat. Zonder een moment te aarzelen sprong de jongen op en riep: ‘Hé, Shimon, breng snel nog een kop koffie voor Moshe!’ Moshe besloot als dit is hoe yeshiva bachurim zijn, dan blijft hij. Hij werd Rav Moshe Shwab, de mashgiach (spirituele opzichter) van Gateshead Yeshiva.[15]

De mensen in deze verhalen die de katalysator waren voor de grote veranderingen die mensen in hun leven hebben aangebracht, krijgen niet alleen een beloning voor hun enkele actie. De Misjna in Pirkei Avot schrijft dat een persoon die anderen voordeel geeft, ongelooflijke voordelen ontvangt;[16] Het begint met te zeggen dat ‘de zonde niet naar zijn hand zal komen’ – veel commentatoren leggen dit uit in de zin dat hij grote hemelse hulp zal ontvangen om zonde te vermijden[17] De Misjna beschrijft vervolgens Mozes als een voorbeeld van een mezakeh d’rabim (iemand die velen ten goede komt) en zegt dat hij een beloning ontvangt voor alle mitswot die hij liet doen alsof hij ze zelf vervulde. Zo merkt Rav Aaron Kotler op dat iemand die anderen ertoe aanzet Mitzwot uit te voeren, een ongelooflijke beloning ontvangt voor zijn daden. “Men kan zich niet voorstellen hoe groot de winst is die iemand hierdoor ontvangt; hij verdient extra hemelse bescherming om niet in zonde te struikelen en ook een groot aantal verdiensten, iets wat hij onmogelijk had kunnen bereiken door zijn eigen vrije wil.[18] Hij schrijft verder dat dit ons kan helpen bij het hemelse oordeel. De Gemara zegt dat de boeken van leven en van dood worden geopend op Rosh Hashana. Tosefot legt uit dat ook de doden worden geoordeeld.[19] Waarvoor worden ze geoordeeld? Rav Kotler antwoordt dat zelfs na de dood van een persoon, de acties die hij in de wereld heeft gepleegd nog steeds anderen kunnen beïnvloeden, zowel positief als negatief. Dus als iemand anderen op zo’n manier helpt dat de voordelen blijvend zijn, kan hij daar ook na zijn eigen dood de vruchten van blijven plukken.[20]

Besef dat een vertaling altijd een vertaling is, daarom ook de verwijzing naar het origineel: https://aish.com/128555053/

Opmerkingen van Angelique; wat leren wij hiervan?

Ik had me dat eigenlijk nooit gerealiseerd dat zelfs als je iets niet verkeerd doet, het door een ander als verkeerd opgevat kan worden, wat er dan toe zou kunnen leiden dat een ander wel een fout maakt. Hoe belangrijk het dan is om je gedrag uit te leggen, als het verkeerd geïnterpreteerd zou kunnen worden.

Het belang van het goede voorbeeld geven wist ik natuurlijk wel, maar dat het zo’n grote impact heeft op jezelf, dat had ik me nooit gerealiseerd.


[1] Shoftim, 20:8 .

[2] Ramban, Ibid.

[3] Sichos Mussar, Maamer 94, blz. 399-403.

[4] Kleinman, ‘Bidden met vuur’, pp. 99-100, met een citaat van Halichos Shlomo (tefilla), hoofdstuk 1, Simun 2; ook geciteerd in Tefillah K’Hilchasa, hoofdstuk 2, voetnoot 28.

[5] Het is mogelijk dat de uitspraak van Rav Aurebach niet op alle gevallen van toepassing is, want er kunnen gemeenschappen zijn waar men begrijpt dat mensen om geldige redenen vroegtijdig moeten vertrekken; een orthodoxe autoriteit moet worden geraadpleegd voor opheldering van de individuele omstandigheden van elke persoon.

[6] Geciteerd in Sefer Kerem HaTzvi van Rav Tzvi Hirsch Farber, Nitzavim, geciteerd in Meorey Tefilla van Rav Immanuel Bernstein, p. 207.

[7] De andere belangrijkste manier is om mensen rechtstreeks te onderwijzen of aan te moedigen om te groeien in hun Avodes Hashem. Beide manieren zijn verplichtingen, maar in dit essay concentreren we ons op hoe eigen acties anderen positief of negatief kunnen beïnvloeden zonder enige directe communicatie.

[8] Mishnas Rebbi Aaron, 1e Chelek, blz. 252-3.

[9] Geschreven door Rav Yosef Karo, dit is het werk dat de basis vormt voor de Joodse wet.

[10] Zaitchik, Vonken van Mussar, p. 109.

[11]  Sotah, 7b .

[12] Sichos Mussar, ibid. blz. 402-3.

[13]  Er is een verbod om op Shabbat en Yom Tov te scheuren, daarom moet men voor gescheurd toiletpapier hebben.

[14] Kaplan, Grote impact, p. 96.

[15]  Idem, p.95.

[16]  Avos, 5:18 .

[17] Zie Rambam, peirush hamishnayos op de Mishna. Zie ook de Gemara in Yoma, 87a met Rashi.

[18] Misjnas Rebbi Aaron, Ibid, p. 246.

[19] 19. Rosj Hasjana 32b.

[20] Idem. p. 252.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.